Professorale overpeinzingen
14 maart 2022 0 comments
Het is vandaag Pasen.
Het is vandaag Pasen. De wereld is onrustig. Maar de natuur laat zich van haar beste kant zien, een zonnige eerste paasdag. Een goede week en het afsluitende paasweekeinde is een goed moment voor bezinning. Wees niet bang, ik houd het licht en luchtig.
De komende week begint mijn laatste reguliere college in de master Contruction Management and Engineering, het vak Dynamic Control of Projects. En in juni de laatste intensieve cursus voor de jonge medewerkers van de sponsorbedrijven. Het afvinken van activiteiten gaat nu echt rap. Als je zo aan het afvinken bent, krijg je toch langzamerhand dat gevoel dat ik ook vaak heb op oudejaarsdag: wat was de meest gedenkwaardige gebeurtenis van het afgelopen jaar? Maar nu is dus de vraag wat uitgebreider wat zijn de meest gedenkwaardige gebeurtenissen van de afgelopen 15 jaar?
Dat is best een uitdaging. En dat is ook precies de uitdaging waar ik me voor gesteld zie bij het voorbereiden van mijn afscheidsrede. Ik moet eerlijk zeggen dat ik daar door mijn dramatisch gewijzigde persoonlijke omstandigheden nog wat ambivalent tegenover sta, maar ik merk dat ik toch langzamerhand ertoe neig om die rede wel te houden. Dus wat moet daar dan in? Het is terugkijken op een carrière in projectmanagement, op resultaten behaald in en met Delft en natuurlijk ook een blik in de toekomst. De groei van de leerstoel over de afgelopen jaren en de resultaten behaald kunnen in aardige statistieken worden weergegeven, maar dat mag niet te veel worden. De nadruk zal moeten liggen op wat we geleerd hebben en of de praktijk daar ook daadwerkelijk wat mee heeft gedaan of nog kan doen. Gedeeltelijk een trip “down memory lane”, maar ook weer niet te nostalgisch. Het tuinpad van mijn vader is tenslotte al lang geleden verworden tot een nieuwbouwwijk.
Ooit heb ik op verzoek van de “Stichting tot Instandhouding van de Leerstoel Management of Engineering Projects”, kortweg de Stichting, mijn visie op research op het gebied van het managen van projecten op papier gezet. Zou ik het aan durven om mijn afscheidsrede aan die visie te spiegelen? De ambitie was ooit en is nog steeds om met research bij te dragen aan het meetbaar verbeteren van de prestaties van projectmanagement. Zijn we daar met elkaar in geslaagd?
Bewust stap ik nu over op een meervoudsvorm. Wat ik door de jaren heen heb uitgedragen is dat het managen van projecten mensenwerk is, niet van individuen alleen, maar van groepen nauw samenwerkende en betrokken medewerkers. Dus een startpunt zal zijn dat dit een retrospectief is van het werk dat de groep, de sectie Integral Design and Management, het NAP netwerk en de individuen gezamenlijk hebben weten te bereiken. Dat is wellicht een insteek die het overwegen waard is. U hoort nog van me.
Hans, NAP Professor